Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Dinsdag 25 oktober, 245 mensen stromen samen in de zaal Horta in Antwerpen. Het grensoverschrijdend samenwerkingsverband “Waterstofnet” houdt congres. 65% Belgen, 35% Nederlanders. 7 op de 10 komen uit de industrie, 2 op de 10 uit overheidsinstellingen, 1 op de 10 uit kennisinstellingen. En ik loop er tussen als de enige vanuit klimaat-politieke overwegingen. 

Waterstofnet (www.waterstofnet.eu) werd in 2009 opgericht als een koepel voor de geïnteresseerden in een waterstof-economie in Zuid-Nederland en Noord-België (“Vlaanderen”) Met burelen in Turnhout en een vestiging en waterstoftankstation in Helmond (in de buurt van Eindhoven)

Dit congres komt kort nadat de Koninklijke Vlaamse Academie van België (KVAB) haar standpunt uitbracht “de chemische weg naar een CO2-neutrale economie” . Steeds meer wint het idee terrein dat waterstof een alternatief is als energiedrager in een klimaatvriendelijke economie. Op dit congres verwijzen vele sprekers naar de Overeenkomst van Parijs en de noodzaak van de pas te versnellen. Ik verheug mij dat naast het aanhalen van de klassieke toepassingen van waterstof, steeds meer de nadruk gelegd wordt op de mogelijkheid via elektrolyse van water naar waterstof en zuurstof, aan langdurige opslag te doen van overtollige energie uit wind en zon.

Waterstofnet wilt de waterstof-economie sneller werkelijkheid maken. Er bestaan al veel bedrijven in het Noorden van België die rechtstreek of onrechtstreeks met waterstof te maken hebben. Rechtstreeks zoals Air Liquide dat waterstof produceert en dat honderden kilometers ondergrondse pijpleiding beheert. Zoals Hydrogenics in Oevel, dat elektrolyse apparaten maakt. Of onrechtstreeks zoals Atlas Copco in Wilrijk dat compressors produceert. Die hebben we ook nodig om het waterstof gas op hogere druk te brengen. Windmolenbedrijf Aspiravi wil haar piekproductie rechtstreeks omzetten in waterstof in plaats van die verloren te laten gaan, als het elektriciteitsnet het niet kan opnemen. Ook Eandis, de beheerder van distributienetten voor elektriciteit en gas, denkt aan waterstofproductie als buffer om de spanning op de netten in evenwicht te houden tussen productie en verbruik. Fluxis, de beheerder van het hoge druk aardgasnet, wil eventueel waterstof injecteren om het energiepeil van aardgas te verbeteren. In de toekomst zou er ook synthetisch gas, gemaakt uit een reactie van waterstof met CO2, door de leidingen kunnen gaan. Dan heb je nog het busbedrijf VDL en de autoconstructeur Toyota, die elektrische voertuigen maken, aangedreven met een brandstofcel, gevoed door een waterstoftank. Zo’n twintigtal bedrijven werden door Waterstofnet verenigd in een “Vlaams” “cluster Power-to-gas”. Waterstofnet coördineert de clusterwerking.

Waterstof is zeer geschikt om in combinatie met een brandstofcel elektrische auto’s aan te drijven. Een waterstofauto is in wezen een elektrische auto, maar dan zonder het kolossale gewicht van batterijen voor de opslag van elektriciteit. Die zijn vervangen door een brandstofcel, gevoed door waterstof. De brandstofcel produceert op chemische wijze elektriciteit en stoot enkel zuiver water uit als rookgas. Circa één druppel per 3 meter werd er fijngevoelig aan toegevoegd. Een waterstof auto tankt een volle tank waterstof op 700bar in enkele minuten. Hij rijdt daarmee een kleine 500 à 600 km., een prestatie die stukken beter is dan de huidige elektrische wagens. De autobouwers Toyota en Hyundai hebben vandaag modellen klaar van 55.000 à 60.000 euro. Het gehele energetisch rendement is 40%, wat meer is dan een elektrische wagen of een dieselauto vandaag. Ook bewezen zij op het congres dat de veiligheidsvoorzieningen op en top zijn. Dat van die kant de nog steeds spokende ervaring van de zeppelin Hindeburg die in brand vloog, mag vergeten worden.

In tegenstelling tot batterijen voor elektrische opslag, is de combinatie brandstofcel en waterstoftank veel meer geschikt voor zwaar vervoer. In Eindhoven rijdt al twee jaar een geluidloze en uitstootloze huisvuilwagen rond. Waterstofnet laat door VDL twee nieuwe waterstof-huisvuilwagens bouwen die als demonstratie zullen uitgeleend worden aan verschillende steden. Waterstofbussen van busbouwer Van Hool rijden al in Groningen , San Remo, Aberdeen en Antwerpen. In Aberdeen tot ieders tevredenheid. Daar worden ze de eerste keuze bij uitstek. In Antwerpen is er 20 km afstand tussen de stelplaats van de bussen en het laadstation bij Solvay in de haven. Dat geeft organisatorische problemen, die onrecht doen aan de faam van de waterstoftechnologie. In Duitsland rijden sinds kort ook treinen op waterstof op de niet-geëlektrificeerde lijnen. Dat zou voor de haven van Antwerpen ook een oplossing zijn voor de vele rangeerlocomotieven, nu nog op diesel.

Het probleem voor doorbraak van waterstof in de vervoersector is het ontbreken van tankstations. We hadden tot nu toe een tankstation bij Solvay in de haven, niet beschikbaar voor het publiek. En een tankstation op de terreinen van Colruyt in Halle, voor haar eigen heftruckpark. Lang was het dichtstbijzijnde publieke tankstation voor waterstof over de grens in Helmond. Onlangs, begin deze maand oktober, werd het eerste Belgische publieke waterstoftankstation geopend in Zaventem. Waterstofnet in samenwerking met de Colruyt-groep plant de bouw van een nieuw publiek waterstof tankstation aan de A12 in Wilrijk op de terreinen van Isvag, in gebruik te nemen eind 2017. Als we de Toyota-wagen Mirai als voorbeeld nemen, dan heb je 0,76 kg waterstof nodig voor 100kilometer. Eén kg waterstof kostje 10 euro. Je betaalt dus een kleine 40euro voor 500km rijden.

Het waterstofnet congres werd afgesloten met toespraken van de overheden uit Nederland en Vlaanderen. Laat me zeggen, dat ik een niet al te hoge dunk heb van de toespraak door Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport  (wat een combinatie!) Hij kwam tegen het einde van het congres, heeft niet meegeluisterd en sprak naast de kwestie. Van armoe hing hij zijn verhaal op aan een vergelijking met de sportwereld. Zijn enige boodschap “innoveren om meer concurrentieel te zijn op de wereldmarkt”. Terwijl uit het betoog van alle sprekers meer een vraag naar een plannende rol van de overheid kwam.

Wiebe Eekman, 29 oktober 2016