images/headerlefonline.jpg
Delen van artikels

"Onze inspanningen om de broeikasemissie omlaag te halen moeten 8 maal meer zijn"
Een pluim voor journaliste Ine Renson van De Standaard en haar collega's voor het wakker schudden van de publieke opinie met hun artikel "Waarom u wakker moet liggen van ons klimaatbeleid".
Ine Renson laat duidelijk met cijfers zien dat Vlaanderen en België nergens staan tegenover de doelstellingen, die België en Europa zichzelf stellen.
Terecht stelt Ine Renson dat de opgesmukte cijfers van de Belgische regering slaan op het sluiten van energie slurpende fabrieken zoals de Waalse staalfabrieken en andere. En dat de inspanningen op de nog bestaande industrie en op de andere sectoren ondermaats zijn. We hebben een enorme achterstand in te halen.

 

Er valt veel meer te zeggen
Laten we beginnen met duidelijk te stellen dat het sluiten van vervuilende fabrieken in België , terwijl elders in de wereld nieuwe fabrieken gaan draaien om dezelfde producten terug per schip naar hier te brengen, géén oplossing voor het klimaat is. Broeikasgassen verspreiden zich over heel de aardbol. De verminderde emissie door Belgische fabrieken, wordt geheel te niet gedaan door de emissie elders. Bovendien komt daar nog de emissies van het vervoer over lange afstand bovenop. Als we de emissies eigen aan de ingevoerde producten en hun vervoer meetellen , dan staat de Belgische emissie er nog slechter voor.
Laten we ook stellen, dat wij helemaal geen voorstander zijn van zomaar sluiten van de vervuilende bedrijven, maar eerder voor een grondig ombouwen naar zuivere technologie. De technologische kennis is hier in onze streken aanwezig. De banken en de grote aandeelhouders van de multinationals zitten op pakken geld, dat ze zouden kunnen investeren, als ze het zouden willen.... Aan ons om samen met de werkvloer en haar vakbonden te eisen dat dit ook gebeurd. Een sociaal rechtvaardige transitie en waardig werk voor iedereen is mogelijk als we ons aaneen sluiten.

 

"We hebben een industriële revolutie nodig" zei Ine Renson
Ze heeft gelijk. Meer nog, we hebben een maatschappelijke revolutie nodig. Je kan geen juiste maatregelen nemen om het klimaatprobleem te kenteren, als je niet eerst analyseert welke verkeerde keuzes in het verleden tot dit wereldprobleem geleid hebben. Ministers Tommelein en Schauvliege reageren in De Standaard van vandaag: "je kan wel willen, maar het moet ook nog kunnen" . Inderdaad met hun huidig beleid zal het uiterst moeilijk zijn. Alles steunt op gegoochel met prijzen, subsidies en taksen... Mensen zouden allen individueel iets moeten doen... En als ze het niet doen, tja...
De dringendheid van het klimaatprobleem vereist dat we het over een andere boeg gooien. Een dwingende ecologische planning die tegelijk sociaal verantwoord is en daarom ook gedragen door de bevolking. Voor collectieve oplossingen in plaats van elkeen individueel voor keuzes te stellen. Voor openbare dienstverlening in plaats van ieder voor zich. We dienen de technische keuzes te analyseren vanuit de ecologische impact in plaats van volgens de winstmaximalisatie. We dienen de organisatorische keuzes te analyseren volgens de sociale noden en niet volgens het competitief vermogen. Het zijn die vragen die steeds opnieuw gesteld mogen worden in de beleidskeuzes rond energie, mobiliteit, landbouw, industriële ontwikkeling, wereldhandel,....

 

Wat moet er dan gebeuren in onze industrie?
Onze grote industriële bedrijven en de grote elektriciteitsproducenten vallen onder het Europese Emissie Handelssysteem, "ETS" in de Engelse afkorting. Zij hebben de voorbije jaren al danig hun emissies verbeterd, door efficiëntere werkmethodes en door aardolie als brandstof te vervangen door aardgas. Maar er kan nog veel meer. Het gaat om een paar honderd hoge schoorstenen, die te samen nog steeds meer dan de helft van de Belgische emissie voor hun rekening nemen. Het belangrijkste dat zij kunnen doen is ten eerste overschakelen op hernieuwbare energie uit zon en wind. Ten tweede is in onze Belgische petrochemie de technische kennis aanwezig om met waterstof om te gaan. Waterstof wordt nu reeds op grote schaal gebruikt. Maar op een vuile manier geproduceerd uit aardgas met uitstoot van CO2, omdat dit goedkoper is dan de zuivere productiemethode door elektrolyse van water. Doe dat met behulp van elektriciteit uit zon en wind dan is de cirkel rond. Tegelijk een fantastische oplossing om de onregelmatigheid van zon en wind op te vangen. Waterstof leent zich heel goed tot langdurige opslag van energie over de seizoenen heen.
Tegelijk ligt hier een sleutel om ook naar grondstof onze petrochemische industrie circulair te maken. Technisch is het mogelijk de verbrandingsreactie om te keren en CO2 terug te laten reageren met waterstof tot vloeibare basisproducten als methanol, ammoniak, mierenzuur... Die kunnen verder gebruikt worden om heel onze petrochemie aan de gang te houden.

 

Wat moet er gebeuren met ons transport?
Ine Renson gebruikt voor haar aanbevelingen de scenario's die indertijd, in opdracht van de Belgische regering, door de studieburelen VITO en CLIMACT zijn uitgewerkt. Op de website www.klimaat.be kan je zelf die scenario's bestuderen en zelf aanpassen om te zien wat het effect is van jouw voorstellen.
Goed, Ine Renson stelt met VITO en CLIMACT dat de verkeersvolumes moeten dalen tot de helft tegen 2030. Hoe wordt er niet bij gezegd. De voorstellen uit de vakbeweging zijn een uitweg: draai alle besparingen op het openbaar vervoer terug. Herinvesteer in nieuw personeel, in nieuw materiaal, in nieuwe lijnen, in uitgebreidere dienstverlening in ruimte en tijd. Maak het meer comfortabel en betaalbaar voor iedereen. Maak de noodzaak van een auto te bezitten overbodig voor het woon-werk verkeer, voor het woon-school verkeer, voor het woon-winkelverkeer, voor het woon-vrije tijdsverkeer... Herzie ook de hele ruimtelijke ordening zodat in de toekomst mensen te voet kunnen gaan naar alle diensten die ze nodig hebben.. Een filosofie die bijvoorbeeld de Duitse stad Freiburg al toepast.
En het vrachttransport? Ook daar bestaan in de eerste plaats organisatorische maatregelen voor: hou op met het "just in time" principe, waarbij er geen voorraden meer in de magazijnen liggen, zodat heel wat camions op de weg moeten zijn. Als de goederen wat langer in tijd onder weg mogen zijn dan is de overstap naar scheepvaart en spoorweg een stuk gemakkelijker. Voor het overblijvend vrachtverkeer lijkt de ombouw aangewezen naar een elektrische motor, niet op batterijen, maar aangedreven met een brandstofcel op basis van waterstof. Zoals er al bussen van Van Hool rondrijden of een vuilniswagen in Eindhoven.

 

Wat moet er gebeuren met onze verwarming?
Stookolie en aardgas zullen ook voor verwarming vervangen moeten worden door 'groene' warmte. De oplossing die door Ine Renson naar voor geschoven wordt ( zoals de scenario's zeggen) is naast isolatie voor besparing op warmteverlies, het overschakelen naar warmtepompen op elektriciteit. 100.000 gezinnen zouden dit moeten doen. We komen in dezelfde mallemolen terecht als de zonnepanelen historie. Wie kan het betalen? Wie heeft de kennis? Zijn de huizen wel aangepast?
Een betere organisatorische oplossing zijn de warmtenetten, zoals die algemeen in Denemarken bestaan en nu ook in Nederlandse steden aangelegd worden in voorbereiding van het uitfazeren van hun aardgaswinning. Bij een warmtenet heb je geen schoorsteen meer nodig. Je eigen boiler wordt vervangen door een warmtewisselaar met een metertje daarop. Heet water uit het net warmt je eigen installatie op en gaat wat kouder terug in de retourleiding. Het grote voordeel: telkens dat er een betere warmtebron gevonden wordt kan die voor iedereen tegelijk aangesloten worden. Je hebt geen omkijken meer om telkens iets te veranderen bij je thuis. In België is er veel restwarmte van de industrie. De stad Antwerpen zou meer dan twee keer volledig verwarmd kunnen worden met de restwarmte die nu in de petrochemie verloren gaat. Warmtepompen zouden centraal ingeschakeld kunnen worden telkens de zon stevig schijnt of de wind sterk waait. Daarmee kan het teveel aan elektrische stroom dat dan geproduceerd wordt omgezet worden in heet water dat wel gemakkelijk op te slagen is in geïsoleerde buffervaten.
Wat we nodig hebben zijn dus stedelijke energiebedrijven die de gehele organisatie en bediening in handen hebben. In onze bestaande distributiebedrijven en administraties bestaat al veel kennis. Laten we die beter gebruiken in een stevige organisatie die de nodige bevoegdheid krijgt en de nodige financiële middelen. Zorg dat zij zich tegenover de bevolking kunnen verantwoorden voor een goede dienstverlening en niet tegenover aandeelhouders die naar de winst kijken.

 

Waar halen we al die groen elektriciteit vandaan?
Volgens minister Tommelein zouden in de komende drie jaar 9 miljoen zonnepanelen moeten bijkomen, evenveel als er nu al liggen. Op zich geen technisch probleem om ze te installeren. Wel een organisatorisch probleem. Weer met subsidies werken ? Liever niet. Tot nu toe worden zonnepanelen meestal naar het zuiden gericht op private daken, met het oog op zoveel mogelijk terugbetaling van groene stroomcertificaten. Als de overheid geld van de hele gemeenschap benut, dan dient zij ook in gelijke mate mede eigenaar van de installatie te worden. Stedelijke energiebedrijven kunnen de juiste mensen aantrekken om ineens plannen te maken voor hele wijken. Zonnepanelen niet enkel op het zuiden, maar ook naar het oosten en het westen, want 's morgens en 's avonds piekt het huishoudelijk verbruik.
Verder is twee van de grootste problemen voor snelle uitbreiding van elektrische stroomproductie uit zon en wind, de mogelijke overbelasting van de kabels en het voortdurend in evenwicht moeten zijn van aanbod en vraag aan elektrische stroom. Veel zon en wind pieken worden daarom niet benut. Opslag van energie is de sleutel tot oplossing. Elektriciteit kan omgezet worden in mechanische activiteit zoals een vliegwiel, in perslucht, in waterhoogte, in extra koude van koelkasten of in extra warmte van heet water in warmtenetten. En vooral in chemische omzetting van water naar waterstof en zuurstof, wat overal op kleinere schaal kan gebeuren en op grotere schaal op de sites van Doel en Tihange. Opslag is de sleutel, maar stoot op fiscale moeilijkheden, stelde ook al ons Belgisch controleorgaan CREG vast. Te zot voor woorden, eigenlijk. Maar dat valt politiek wel iets aan te doen.

 

Hoeveel zal dat kosten?
Ine Renson citeert Peter Wittoeck, hoofd van de federale klimaatdienst, die het zelf heeft van de studies van VITO en CLIMACT en het Federaal Planbureau. Wel het zal een goede dikke 400 miljard kosten voor de meeste scenario's, verdeeld over een tiental jaren. Zeg maar een dikke tiende van het Bruto Nationaal Product van België, de volgende tien jaar. Pittig opmerking van het Federaal Planbureau: als we gewoon verder doen, zoals we nu bezig zijn en ons niets aantrekken van het klimaat, dan komt het nog duurder uit.
Peter Wittoeck vergoelijkt die 44 miljard per jaar met het argument dat er ook 80.000 nieuwe jobs bijkomen. Dat kan zo zijn. Maar laten we duidelijk zijn: de klimaatontaarding is zo een ernstig probleem, waar heel de bevolking onder lijdt, dat onze maatschappij best 'op voet van oorlog' gezet wordt om dit te bekostigen. Dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dat kan enkel als die uit de algemene middelen van de staat gefinancierd worden. Met een planmatige aanpak, en niet met een marktbenadering. Mag ik in herinnering brengen dat in de jaren 90 de Europese Unie het probleem van de zure regen ook aangepakt heeft met een strikte regelgeving. Dat was succesvol, wat je van het huidig klimaatbeleid met marktbenadering niet kan zeggen.

 

Besluit:
Ik heb in deze korte repliek slechts enkele van de vele technische en organisatorische mogelijkheden aangeraakt. Er is veel meer mogelijk.
Onze ministers zuchtten "Je kunt veel willen maar de maatschappij moet het ook aankunnen". Het is hun aanpak met marktbenadering door koolstofprijs, CO2-taks, subsidies met openbaar geld aan private personen, enzovoorts, die niet langer gedragen kan worden door de werkende bevolking. Een ecologische planning van omschakeling met sociaal correcte prijzen en waardig werk kan dat wel.

 

Wiebe Eekman, 16 oktober 2017