Pepinster 22/7/2021: verminkt Christusbeeld aan een zwaar gehavende brug
Inleiding: de natte context
Tante Josefien, mijn meter zaliger, voorspelde het al in de jaren negentig. Nu haalt haar vooruitzicht de krantenkoppen: “Golfstroom dreigt stil te vallen, met ijskoude gevolgen”. JM Dedecker mag de palmbomen op het strand van Westende op zijn buik schrijven. https://www.trouw.nl/wetenschap/golfstroom-dreigt-stil-te-vallen-met-ijskoude-gevolgen~bed74256/#:~:text=Door%20het%20broeikaseffect%20wordt%20het,in%20de%20Atlantische%20oceaan%20komt.&text=Meer%20zoet%20water%20remt%20de%20motor%20van%20de%20golfstroom
Vriend Geert De Belder, van de ook al ter ziele gegane Antwerpse Wereldmediatheek, verbijsterde ons in 2009 al met zijn documentaire ‘Klimaatchaos in het zuiden.” https://pala.be/fr/artikel/shockumentary-klimaatchaos-in-het-zuiden
Anno 2021 is het ook één en al klimaatchaos in het Noorden: het brandt als nooit tevoren van Canada tot de Middellandse Zee-regio terwijl West-Europa één van zijn natste ‘zomers’ ooit kent. Met gigantische overstromingen tot gevolg die in de maand juli meer dan tweehonderd slachtoffers maakten in Duitsland (ca. 177 doden), België (minstens 41 overlijdens), Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en Zwitserland.
‘Zondvloeden’ zijn zo oud als het water op aarde. Water dat 71 % van onze aardbol bedekt. Water dat in de loop der tijden heelder beschavingen verzwolg. Het mythische ‘Atlantis’ is de meest tot de verbeelding sprekende.
Toch voelen mensen zich altijd weer aangetrokken door het water. Zonder water immers geen leven. Wereldwijd wonen miljarden mensen langs kusten en in rivierdelta’s. Van onze Lage Landen aan de Noordzee langs Bangladesh tot de paalwoningen op eilanden zoals de Filippijnen.
Vooral op het noordelijk halfrond hebben ‘wateringenieurs’ via enorme waterwerken – met als toppunt wellicht de Chinese Drieklovendam – het water willen bedwingen en in nuttige banen leiden. De Nederlanders ontpopten zich tot de kampioenen in het veroveren van land op zee. Al over hun immense ‘Afsluitdijk’ gereden ?
De combinatie van de op hol slaande klimaatverstoring, het technisch ingrijpen in de waterlopen en de aangroeiende mensenmassa’s langs de waterkant, vormen nu echter dé cocktail die het ‘mensdom’ aan het begin plaatst van een niet te overziene reeks zogenaamde natuurrampen die in de toekomst niet duizenden, maar miljoenen en mogelijks miljarden mensen het leven zullen kosten. Als de gletsjers van Centraal-Azië smelten, valt alleen daar al de drinkwatervoorziening weg van 2 miljard mensen.
Als dan ook nog pandemieën zoals nu die van het ‘coronavirus’, heelder samenlevingen ontregelen en mensen massaal op de vlucht drijven, zal het vermogen van georganiseerde samenlevingen verder ontregeld worden om effectief in te grijpen bij ‘watersnood’. Watersnood in zijn dubbele betekenis: die van overstromingen én die van een quasi totaal gebrek aan water, zoals Kaapstad in 2018 al meemaakte en zoals dat dreigt voor vele wereldsteden.
De Vesderzondvloed: het begin: evacueren naar beneden ?
Woensdag 14 juli. Al dagen en nachten regent het onophoudelijk. Omstreeks 15 u belt een agent aan. We moeten evacueren. We: ik plus de drie buurvrouwen (waarvan twee aanwezig) waartussen ik hier sinds 2010 woon aan de rand van het Oost-Belgische stadje Limbourg. Mijn buurvrouwen stelden de agent vragen zoals “wat moeten we meenemen ?” en “wat met mijn dochter die nog moet thuiskomen ?”
Ons zicht op de Vesder op de namiddag van 14 juli. De soms bijna droog staande Vesder was een wilde, wijde, weilanden overspoelende bergrivier geworden.
Eerder die namiddag was ik echter al naar beneden gaan kijken. We wonen hier in drie afgelegen huizen halverwege een berg/heuvel die tot 320 meter hoogte gaat. Hier zitten we op 240 meter boven de zeespiegel en minstens 20 tot 30 meter boven de Vesder. Ik kon me niet inbeelden dat de Vesder ons hier zou overspoelen. Dus vroeg ik: “Wat als we niet willen vertrekken ?” Waarop de agent alleen maar kon zeggen: “Dat is uw verantwoordelijkheid.” Mijn buurvrouwen wilden die ook nemen want wat de agent voorstelde leek verre van verstandig: we zouden opgevangen worden beneden in de vallei, in het Casino van Dolhain, het stadje aan de voet van het hoger gelegen historische Limbourg. Later bleek dat de mensen die daar naar toe gingen, er weer geëvacueerd moesten worden.
Wij bleven. Zo deed ook de regen. Nieuwsgierigheid dreef me de fiets op: eerst ons bosweggetje naar Limbourg op gefietst. Daar verbaasde ik me erover hoe de regen als in een waterval naar beneden gutste langs een door motorcrossers uitgesleten bospad.
Verderop stond het weggetje helemaal blank en keken de anders zo stuurse koeien van de broers Vos me nu heel beteuterd aan vanuit hun zompige weide. De bijgaande foto’s kunnen al diegenen tegenspreken die menen dat de overstromingsramp (vooral) de schuld was van slecht waterbeheer, met name van de stuwmeren op Gileppe en Vesder. Hoofdprobleem was dat er in de eerste helft van juli kolossaal veel regen viel. Dagen en nachten aan één stuk door.
Nadien naar beneden gefietst om er de Vesder te gaan aanschouwen:
De rivier had een nooit eerder geziene breedte gekregen en stroomde met een verbazingwekkende snelheid en kracht. Wee wie daar in terecht kwam.
Terug thuis viel even later de stroom uit. Een avondlijke telefoon naar ‘Ores’ leverde het langskomen van een technieker op, maar die bleek machteloos: in heel de vallei lag de stroom uit door ondergelopen elektriciteitscabines. Het zou dagen kunnen duren voor we weer stroom hadden. Gelukkig waren we midden juli, als de dagen op hun langst zijn en er ondanks de donkerte van regendagen toch tot zo’n 11 uur opgebleven kon worden. Lang getelefoneerd werd er die eerste avond nog met moeder in Brabant en mijn broer in (de provincie) Limburg. Een set van – eerder via de pc opgeladen – sterke fietslichten, zorgde die eerste en de volgende avonden voor licht in de duisternis.
De ochtend van donderdag 15/7 bleek ook de telefoon en de internetverbinding (via Proximus) niet meer te werken. Zelfs bellen via GSM verliep moeilijk: “Netwerk bezet”. Mijn broer in Leuven kon ik wel bereiken om via hem, moeder gerust te stellen.
Toen het water van het toilet ‘rare’ geluiden maakte, alles met leidingwater gevuld wat er aan grote bekers en kommen te vinden was. Door de regenbuien liep ik wat over en weer naar de buren voor overleg. Mochten we het leidingwater nog drinken ? Onzekerheid. ’s Avonds laat pas drong de omvang van de ramp door. De dochter van de buurvrouw meldde de vernielingen in Dolhain. Mijn broer in (de provincie) Limburg telefoneerde over hoe dramatisch het volgens de VRT-TV-journaals gesteld was in Pepinster, Verviers en Limbourg. “Mensen zitten op de daken te wachten tot ze gered worden.” En de spoorlijn tussen Luik en Verviers: voor maanden buiten gebruik.
De pers: ‘ongemakkelijke waarheid’ verdoezelen of blijven herhalen ?
Vrijdag 16/7: bij het opstaan in de badkamer met de voeten in het water beland: diepvries ontdooid. Meteen alle vis, soep en groenten er uit gehaald en gaan wegwerpen op onze composthoop verderop. De frigo stond ook al nat maar die was gelukkig bijna leeg.
Op de middag met buurvrouw Merry per auto gaan winkelen in het hoger gelegen Stembert. Flessenwater bijhalen. Van de ramp daar geen spoor. Wel lege rekken in de Delhaize: vanuit lager gelegen buurten werd er gehamsterd. Vier kranten gekocht en thuis verslonden: de foto’s en bijhorende toelichting brachten de ramp nog dichterbij.
“L’impuissance” titelde La Libre Belgique op zijn voorpagina boven de foto van een vrouw die tot boven haar middel door het water waadde. “Déluge jamais vu sur la Belgique: LE CHAOS” coverde La Dernière Heure. “Wat een ramp – Minstens 10 doden” had Het Laatste Nieuws bovenaan zijn pagina één. Grenz Echo – “die deutschsprachige Tageszeitung in Ostbelgien”- coverde: “Apokalyptische Zustände in der Provinz Luttich – Dutzende Menschen starben in den Fluten – Eine Schneise der Verwüstung.”
Merkwaardig genoeg meende de editorialist van Het Laatste Nieuws – ene Jeroen Bossaert – Greta Thunberg en Europees commissaris Frans Timmermans te moeten kapitelen omdat ze het noodweer aangrepen om de bevolking te wijzen op de klimaatproblematiek. Bossaert verweet hen de mensen angst aan te jagen. Volgens hem “wil de pragmatische, maar al te vaak zwijgzame massa” (…) “niet voortdurend de les gelezen worden.” Wat stelt Bossaert dan zelf voor ? Het schrijven van verhaaltjes met een happy end ? Zoals dat nieuw EPO-boekje “Het Rijk der Vrijheid. Brieven uit de toekomst” ? Dat fantaseert er op los over hoe “in 2068 het klimaat is gered, onze steden genezen van betonschurft, onze lucht gezuiverd van cynisme” enzoverder …
In onze Frans- en Duitstalige pers vielen interessanter commentaren te lezen. Gilles Toussaint had het in zijn edito in La Libre erover dat we uit deze overstromingen lessen moeten trekken en dat de klimaatkwestie geen kwestie van politiek of ideologie maar van wetenschappelijke vaststellingen is. We moeten onze manier van leven structureel veranderen want de uitvlucht dat het klimaat pas morgen toeslaat, wanneer we al dood zijn, gaat niet langer op: “Voilà. Nous sommes demain. Et demain ne fait que commencer.”
La Dernière Heure liet klimaatdeskundige Jean-Pascal Van Ypersele aan het woord. Van hem kunnen we deze eenvoudige constatering herhalen. 1/ Het klimaat warmt op. 2/ Dat betekent meer waterdamp in de lucht. Essentiële fysica. 3/ Dus riskeren we meer extreme regens en langdurige regenperiodes.
In Grenz Echo wees Oswald Schröder in zijn ‘Kommentar’ op hoe merkwaardig het was dat net op de dag dat EU-commissaris Tindemans zijn klimaatplannen voorstelde (DGB 2172), Duitsland en België door overstromingen getroffen werden. “Nun ist sie da, die Katastrophe”. Ondertussen branden wereldwijd bossen. De tot voor kort zeer abstract lijkende ‘Kimawandel’ wordt ‘Realität’.
Naast het ‘Kommentar’ op pagina 2 berichtte Grenz Echo ook over hoe de “UN und Thunberg” de link leggen tussen de overstromingen en het klimaat, maar ook hoe de EU-klimaatplannen tot sociale onrust kunnen leiden. Om het met de woorden van een Groene Belg-lezer op woensdagochtend 14 juli samen te vatten: “De EU-plannen gaan de mensen veel geld kosten. De EU lijkt er vooral op uit om grote bedrijven goed te laten verdienen. Heelder sectoren zoals de vleesindustrie blijven compleet buiten schot. En wat zal het opleveren als China massaal steenkoolcentrales blijft bouwen ?”
Maandag 9 augustus verschijnt overigens een nieuw klimaatrapport van het Wetenschappelijke VN-klimaatpanel (IPCC). Het wordt het lijvigste sinds dat van 2013. Uit wat er al uit lekte, valt af te leiden dat het nog een stuk ‘alarmerender’ zal zijn dan de vorige rapporten omdat het klimaat sneller verandert dan de wetenschappers tot nu hadden ingeschat, omdat we ook steeds meer ‘kantelpunten’ naderen of al overschreden hebben. In een voorbeschouwing in De Volkskrant van 6/8 stelde de Wageningse hoogleraar Marten Scheffer dat “als we zo doorgaan, een derde van de mensheid over 50 jaar op een plek woont waar ze eigenlijk weg moeten, omdat aanpassing aan het nieuwe klimaat niet goed mogelijk is. Dat kan tot grote culturele fricties leiden, tot spanningen, tot conflicten. We hebben al moeite met een paar miljoen migranten, laat staan met een paar miljard.”
Water kan zich een weg banen door zowat alles heen: rots, beton …
Terug naar de eigen vaststellingen. Vrijdagnamiddag trok ik toen het even ophield met regenen, te voet naar het hoger gelegen Limbourg. Onderweg merkte ik de ravage die een bronbeek had aangericht. Ze had haar bedding verlegd en de bosweg twee keer over een lengte van meerdere meters gespleten. Een duidelijke toepassing van iets wat ik later in een krant als een aanbeveling terug vond: dat we het water ook langs holle wegen zich een weg moeten laten banen. Nieuwe regen deed me terugkeren.
In de ochtend van zaterdag 16 juli was het regenen eindelijk opgehouden. Naar Dolhain gefietst om er ter plaatse te gaan zien wat er bv. waar was van de buurvrouw die gesteld had dat ‘onze’ Delhaize “n’existe plus”. Onderweg de eerste grote hopen afval tegengekomen en al het aangespoelde tuig in de vallei:
Bijna in Dolhain bleek in een bocht de helft van de weg die Verviers met Limbourg en Eupen verbindt (de RN 61), te zijn weggespoeld. Toen kon ik er nog langs, maar later werd de weg volledig afgesloten.
Dolhain na de overstroming: deprimerend
Wat een trieste toestand in Dolhain. Enorme ravage. Deprimerend. Een agent die de dag voordien naar een buurvrouw was komen informeren omdat haar dochter haar niet kon bereiken, meldde me op het kruispunt waar hij op wacht stond, dat het water in het centrum tot 2 meter hoog gestaan had. Heel de benedenstad was ondergelopen. In de Delhaize had ik wel alweer licht zien branden, maar de lokale apotheken en de krantenwinkel, het politiekantoor en het gemeentehuis waren ondergelopen. De administratie zou nadien tijdelijk in containers gehuisvest worden.
Dan bergop gefietst naar het veel hoger gelegen historische Limbourg. Daar geen spoor van wateroverlast maar via een praatje met een paar vrouwen op het marktplein kwam ik wel te weten dat ook zij zonder stroom en telefoon zaten.
Verviers: om te huilen
Terug thuis vertelde de jongste van mijn drie buurvrouwen dat ik nu naar Verviers moest. “Je moet de ‘Rue de Limbourg’ gaan zien”. Na het richting Verviers afslaan beneden aan de ‘rotonde Jean Mobers’, trof me meteen de verwoesting die het gehucht Surdent getroffen had. Overal waren mensen puin aan het ruimen. Na Surdent volgt een bosrijk gebied, maar de Vesder die daar een stuk lager stroomt, lag vol met afval en overal in de bomen hingen slierten plastic. Wanneer zullen die daar ooit uit verdwijnen ?
Langs de vernielde ‘Troc’ (tweedehandswinkel) dan in de rampenzone terecht gekomen.
Overal stonden of lagen kapotte auto’s én alle 5 autoshowrooms langs de ‘rue de Limbourg’ (in L’Avenir van 20/7 “le boulevard de l’automobile” genoemd) waren eveneens vernield. Je zal van hier maar met de wagen naar je werk moeten.
In Verviers zelf werd de miserie nog erger. Erg was het aanschouwen van de centraal gelegen Carrefour. Waar vroeger een kleurrijke supermarkt was, restte na de doortocht van het water én plunderaars, slechts een zwart gat. Verderop was overigens ook nog een Delhaize geplunderd. Volgens een buurvrouw “het werk van Afrikanen”. (Op een krantenfoto leek het te gaan om Noord-Afrikanen.) De politie was volgens haar in de buurt, maar stond machteloos. Later merkte de sociaal werkster hoe in een wasserette in Verviers mannen opdoken met gestolen kleding: “de beveiligingsknoppen hingen er nog aan”.
Ervaarde ik bij het aanschouwen die ochtend van de Vesder richting Dolhain nog bepaalde gevoelens van ‘waaw, sensationeel’ … dan overviel me in Verviers echt verslagenheid. De ravage was er om te huilen.
Maar toch zag je ook alweer mannen op terrasjes zitten koffie drinken terwijl aan de overkant van de straat volop puin geruimd werd. Het volstond immers om net iets hoger te wonen om aan het water ontsnapt te zijn.
Toen ik foto’s maakte van de rond een verkeersbord gewonden slierten afval, sprak een man me aan: “Dan had ik nog liever dat mijn huis zou zijn afgebrand, dan dat ik in zo’n smurrie zou moeten herbeginnen.”
De zon scheen die ochtend en wat me op de terugweg temidden af en aan rijdende camions opviel, was de hoeveelheid stof overal. Na water en modder, de stofwolken.
Het laatste woord voor die zaterdag is voor een jonge Marokkaan die met zijn familie zijn huis aan het leegmaken was. Ervoor lag alweer een indrukwekkende afvalberg en toen ik daar met de nodige tact een foto wou van maken (zie hierboven) en dus wachtte tot iedereen uit beeld was (ik zou er zelf ook een hekel aan hebben om als slachtoffer van een ramp te pas en onpas gefotografeerd te worden), kwam hij naar me toe: “We komen dit wel te boven. Als je armoede gehad hebt in je kinderjaren, als je honger geleden hebt, leer je dit te boven komen. Het belangrijkste heb ik nog: mijn vrouw, mijn gezondheid, mijn kinderen.” Ik kon hem alleen maar veel moed wensen.
Leven zonder stroom: ‘s zomers is het zeker te doen
De volgende dagen bleef ik boven op ons bergske, al lezende (het Duitstalige bomenboek), papieren opruimende en pratende met de buurvrouwen (in nood komen mensen ‘tot elkander’) en vroeg slapen gaande. Maandag 13/7 was er opeens weer elektriciteit, net nadat die ochtend de jongste buurvrouw een stoomgenerator had laten brengen. Ze viel me om de hals toen ik haar kon gaan melden dat er weer stroom uit de muur kwam.
De ochtend nadien was ik weer als vroeger wakker om half 5. Na 5 u slaap. Door het kunstlicht de avond voordien ? Wat die kleine 5 dagen zonder elektriciteit me wel leerden, is dat je hier in de zomer nog echt zonder elektriciteit leven kan. En waarom doen we niet zoals bv. in India waarvan ik ooit beelden zag van op hometrainers fietsende jongens die zo de stroom voor het licht in en het huiswerk van hun gezinnen produceerden ? Waarom ons afhankelijk maken van ‘centrale’ stroomleveranciers ? Zal ik mijn koelkast en diepvriezer ooit nog met gerust gemoed vullen ? Sinds maandag 13/7 viel de elektriciteit hier overigens nog eens drie keer korte tijd uit; ook tijdens het schrijven van dit verslag.
Merci Jan Jambon & co …
Op maandag 19 juli kreeg ik twee kranten te lezen: La Libre en Grenz Echo. La Libre keek ook over de grens naar hoe in Duitsland de klimaatthematiek aan belang won in de aanloop naar de verkiezingen van dit najaar. Over Nederland informeerde de krant dat men daar er in geslaagd is om doden te vermijden doordat het land waarvan één derde onder de zeespiegel ligt, permanent veel investeert in waterbeheer, onder andere door het water meer ruimte te geven.
Over investeringen ging ook het édito van La Libre maar onze Belgische ‘publieke financiën’ zitten op droog zaad. Met name door de belastingcadeaus van rechtse regeringen aan ‘het bedrijfsleven’, nietwaar Bart De Wever ?
Vlaams MP Jan Jambon werd op 16/7 door een lezer in ‘La Libre’ overigens aangesproken op de ‘besparingen’ die hij doorvoerde bij de Civiele Bescherming waarvan hij verscheidene kazernes opdoekte.
Het Laatste Nieuws ging daar op 6 augustus op door: “Sinds de hervorming onder voormalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) moet de Civiele Bescherming het met minstens 810 medewerkers minder doen, zowel professionele medewerkers als vrijwilligers. “De Civiele Bescherming is federaal volledig uitgehold om te besparen op de rug van de veiligheid van de bevolking en hulpverleners”, zegt overheidsvakbond VSOA.”
Bij de VRT is dan weer een interview te vinden met de vice-stafchef van het Belgisch leger, Marc Thys, die stelt dat “de middelen van de civiele bescherming, de brandweer en het leger de laatste jaren zo zijn uitgedund dat het soms moeilijk is om hun taak uit te voeren.” Thijs die sprak over 50 kilometer Vesdervallei van Eupen tot Luik die verwoest is, gaf voorbeelden: “Vroeger hadden wij volledige eenheden voor het herstellen van wegen, maar vandaag is dat heel beperkt geworden. Vroeger konden wij bruggen leggen, nu niet meer. Het gaat hier om een erosie van het defensieapparaat en van andere diensten." Na waterramp kijken inwoners naar leger, vicestafchef Marc Thys: "Roeien met riemen die je hebt, en die zijn heel kort geworden" | VRT NWS: nieuws
Dat privé-organisaties zoals het Rode Kruis evenmin opgewassen zijn tegen al het werk dat op hen afkomt bij rampen van deze omvang, werd ook al duidelijk aangetoond.
Eupen: van het ergste gespaard gebleven
Dinsdag 20 juli ging het per fiets richting Eupen. Door Dolhain – tweemaal langs politiecontroles gemogen - en dan door de Vesdervallei via Membach naar Eupen.
Hier weer overal hopen afval en sporen van vernieling. Leeggemaakte huizen. Bij één daarvan fotografeerde ik het contrast tussen een reclamebord voor een tropisch vakantie-avontuur en de hoop afval eronder. Een jongeman kwam naar me toe en nodigde me in het huis uit. Helemaal leeg. De vloeren en muren zwartbruin van de modder. En de stank ! Niet te harden. Hoe krijg je het ooit uit je hoofd als je woning in zo’n staat is geweest ? “We zijn jong en we komen dit wel te boven”, klonk het toch.
In de ‘Unterstadt’ van Eupen viel de schade mee. Veel vuiligheid langs de rivier maar slechts hier en daar een muur beschadigd of ingestort. (Foto rechts) En overal waren reinigingsdiensten druk in de weer. In Hoog-Eupen daarentegen geen spoor van vernieling en zo ook langs de hoofdweg van Eupen langs Baelen terug naar Dolhain.
‘Wallonië’ (inbegrepen een deel van de Oostkantons, ‘Ostbelgien’) is dan wel zwaar getroffen, maar de ramp beperkt zich tot smalle valleistroken langs rivieren zoals Vesder en Hoëgne. Een kilometer of twee verderaf en hogerop, kon men zich van geen kwaad bewust zijn.
“Infantiel gedrag”
Het opmerkelijkste uit de vijf kranten die ik in Eupen op 20 juli kon kopen betrof een totaal ander thema. Maar daarover subiet meer.
Eerst was er die schreeuwende titel van de in de Carrefour van Eupen verkrijgbare Duitse sensatiekrant Bild: “Katastrophaler Katastrophen-Schutz. So wurden die Menschen in der Todes-Flut alleingelassen !” Snoeiharde kritiek op tal van Duitse politici die uitblonken door afwezigheid, nalatigheid …
In de vaderlandse pers coverde Het Laatste Nieuws de dag van nationale rouw en binnenin het “speuren naar lichamen, niet langer naar overlevenden”. Milieuhistoricus Tim Soens die later ook in De Morgen opdook met zijn stelling dat de overstromingen geen natuurramp zijn, maar mensenwerk (zie DGB 2173), vergeleek de huidige ramp met vorige overstromingen. Zoals de grote kustoverstroming van 1953 en die van Ruisbroek in 1976, waarna eindelijk de zeedijken gemoderniseerd werden. “Als het kalf verdronken is …” Het Laatste Nieuws had het ook uitgebreid over de ‘golf van solidariteit’: “Vanuit alle hoeken van het land komen vrijwilligers om mee op te ruimen.”
De editie Verviers van L’Avenir stelde zich de vraag of deze overstromingen de “coup fatal” worden voor de handel in de binnenstad. In Dolhain bleek op dat ogenblik geen enkele handelszaak nog te werken (niet helemaal waar, een wat hoger gelegen apotheker bv. ontsnapte aan de overstromingen), wat al de mensen die nu ook zonder auto zaten, veel problemen bezorgde.
Onzekerheid over hoe het verder moet met ‘das Eupener Kabelwerk’, de grootste privé-werkverschaffer in Eupen, beheerste de voorpagina van Grenz Echo van 20 juli. Grote economische problemen ook aan de overkant van de grens, in het Duitse Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz.
Le Soir had ook de ‘Deuil national’ op zijn één, plus het verhaal van cineast Thierry Michel die een groot deel van zijn in Congo gedraaide documentairefilms verloren zag gaan. Maar het grootste artikel op de voorpagina van Le Soir alsook op die van De Morgen (dat de overstromingen al bijzaak voor een foto onderaan rechts vond), betrof de in Brussel in honger staking zijnde “sans papiers”. “Plots verkeert Vivaldi in nood” blokletterde De Morgen. PS en Ecolo hadden gedreigd de regering te laten vallen als er een hongerstaker zou overlijden. We weten nu hoe het afliep: de hongerstakers werden overtuigd er mee te stoppen, er overleed niemand en de regering viel niet.
Maar op het moment dat toen al zeker 31 landgenoten dood waren door de overstromingen en zo’n 10.000 mensen zonder woonst zaten, verwacht je niet dat politici er toe in staat zouden zijn de nationale regering te doen vallen over de hongerstaking van een vierhonderdtal illegaal hier aanwezig zijnde buitenlanders, die door hun actie verblijfsdocumenten wilden afdwingen. “Un comportement infantile” betitelde Serge Morette zijn lezersbrief in L’Avenir van 22 juli. Kinderachtig gedrag van met name PS-vicepremier Pierre-Yves Dermagne en Ecolo-covoorzitter Jean-Marc Nollet.
Serge Morette stond niet alleen met zijn onbegrip. In Het Laatste Nieuws van 20 juli sprak ook Vooruit-voorzitter Conner Rousseau zijn ongeloof uit: “Als regering hierover valt, zou dat historische fout zijn.” Wilden Ecolo en PS misschien Vlaams Blok dé kans geven het land kapot te maken ? Zouden de hongerstakers die zo graag Belgische papieren willen, daar mee gediend zijn ? Dan belanden ook zij samen met 11,6 miljoen Belgen van de regen in de chaos van een à la Libanon onbestuurbaar geworden land.
‘Het epicentrum’: Pepinster, na de ‘waterbom’
Donderdag 22 juli bezocht ik samen met buurvrouw Merry, Pepinster. We raakten er maar met moeite binnen – op weg voor mijn tweede vaccin naar een deelgemeente van Pepinster - want ook hier beperkte politie de toegang. Het oude textielcentrum aan de samenvloeiing van Vesder en Hoëgne kreeg het van beide rivieren zwaar te verduren. U zult er de voorbije weken ongetwijfeld massa’s beelden van gezien hebben in kranten en op televisie, maar hier nog enkele beelden van toestanden die ik aantrof op 22 juli, een week na de overstromingen:
Het was meteen duidelijk: hier moeten tientallen huizen gesloopt worden. Honderden mensen dakloos. Terwijl mijn buurvrouw op een hoger gelegen strook aan de spoorweg haar zus opzocht, klom ik nog wat hoger en kreeg er dit te zien:
En zo liggen er overal in soms echt bucolische valleien – Victor Hugo sprak tijdens een reis in 1840 van “La Vesdre, la plus ravissante vallée qu'il y ait au monde”, de Hoëgne wordt dan weer omschreven als “de mooiste rivier van Wallonië” ( https://www.flair.be/nl/lifestyle/hoegne-ardennen/) - nu autowrakken in het water. Met helikopters van het Belgisch leger tracht men die er uit te trekken, maar dat lukt niet altijd want in Theux, zo vertelde een getuige me, brak daarbij de kabel. “De auto’s zijn soms extra zwaar door het gesteente dat er zich in ophoopte.”
Van Pepinster keerden we terug via het ook zwaar getroffen Ensival.
Behalve het zwaar materiaal waarmee er puin uit de Vesder gehaald werd, herinner ik me de ‘douche-container’ (‘City Wash’, foto rechts) die stond opgesteld naast een post met waterbedeling door het Rode Kruis. De omwonenden zaten een week na de overstromingen nog altijd zonder leidingwater én dus ook zonder water om zich te wassen. Vandaar de ‘douche-container’.
Nog in Ensival was er de ook al gehavende winkel van Oxfam waar ik van de twee aanwezige vrouwen de foto rechts onder maken mocht van hun vernield interieur.
Het noodlot van Theresa: de Vesder ontnam haar alles
De rit eindigde die ochtend met een bezoek in het hier nabije Surdent aan Theresa. Een 84-jarige kwieke Italiaanse die jaren geleden haar man verloor aan de Vesder: hij verdronk bij het voederen van eendjes. Nu verliest ze wellicht ook nog haar vermoedelijk onstabiel geworden huis, waarvan de tuin door de Vesder weggespoeld werd. Achter haar huis waren op donderdag mensen van de Civiele Bescherming – die ik toen voor het eerst in een week ergens op het terrein aantrof – in de Vesder in autowrakken aan het zoeken naar vermisten.
Links: na een week voor het eerst de Civiele Bescherming in aktie gezien. Rechts: de ravage aan de woning naast Theresa’s huis. De Vesder maakt er één van zijn vele bochten doorheen het rotsige landschap en het was vaak in die bochten dat de kracht van de stroming de grootste schade aanrichtte.
Theresa kwam nadat ze ons haar huis getoond had, mee om bij de buurvrouw te middagmalen. Hier aangekomen vertelde ze hoezeer ze de eerste dagen in schok was. Ze zei aan haar familie altijd maar dat ze terug wou naar het huis verderop in dezelfde straat waar ze voordien dertig jaar gewoond had. Pas tijdens een gesprek een week later met haar dochter, ging ze beseffen hoe verward ze geweest was. “Begrijp je me ?” vroeg ze wel tien keer in dat sappig Italiaans klinkend Frans van haar. Ik vertelde haar hoe ik zelf nadat ik in Schaarbeek was moeten vertrekken omdat de eigenaar het huis verkocht, 8 jaar lang nachtmerries had omdat ik dacht dat mijn appartement er nog altijd vol boeken stond. Daarvoor trommelde ik in mijn slaap zelfs een al overleden oom weer op. Hersens functioneren niet altijd rationeel maar vaak bijzonder emotioneel. Dus ja, ik kon haar ergens wel ‘begrijpen’.
Theresa had het geluk dat meerdere hogerop wonende kennissen haar onderdak aanboden want het dagelijks over en weer rijden naar haar dochter in Hannuit, was niet vol te houden. Ondertussen zijn we nog eens weken later en in het jongste gesprek met haar, vernam ik dat ze nog altijd geen zekerheid heeft over haar huis. Haar kinderen hadden al drie keer een afspraak met ‘de verzekeraar’ én ‘de tegenpartij’, maar iedere keer kon er één van de twee niet komen opdagen. Ze kijkt nu uit naar een appartement in Verviers. Maar ze is daarmee, zoals we in de pers konden vernemen, één van de naar schatting 10.000 mensen in de Vesdervallei die een andere woonst moeten vinden. En dat moet gebeuren voor herfst en winter er aan komen.
Mensen zijn veerkrachtig, maar …
Ondertussen was ook ‘mijn’ huiseigenaar terug uit vakantie in het buitenland. Om te ontdekken dat zijn krantenwinkel in Theux vernield was. Met nog een handvol vrienden hielp ik – ondanks de pijn in mijn linkerarm al maanden na een strijd tegen de klimop in moeders tuin - te redden en elders te stockeren wat er te redden viel. We pasten het systeem van de ‘ketting’ toe: spullen van hand tot hand doorgevend aan elkaar. Veel efficiënter dan wanneer iedereen heen en weer gaat en men elkaar voor de voeten loopt. Opvallend was de leuke sfeer waarin we werkten. Straffe verhalen werden verteld. Gefoeterd werd op de stuwdambeheerders. En er kon weer gelachen worden ‘om niets’.
Mensen zijn veerkrachtig. Maar hoeveel leed om al wat verloren ging, zal er nog jaren smeulen onder de door kameraadschap en solidariteit hervonden levensvreugde ?
Levensvreugde ook omdat ‘essentiële diensten’ die we voordien vanzelfsprekend vonden maar die we door de overstromingen een tijd moesten missen, stilaan terugkeerden. De elektriciteit eerst. Later de ‘eigen’ supermarkt. En op dinsdag 3 augustus de internetverbinding. (Maar bizar genoeg nog altijd niet de vaste telefoon.) Toen het Internet weer werkte, liep ik buiten naar de buurvrouwen, om mijn vreugde te delen. Net zoals ik het hen graag wou gaan melden toen we weer stroom hadden. Waarna ik opgewekt grapte: ‘en wat kunnen we daar nu allemaal mee doen ?’ Eigenlijk niet zo heel veel. Best nuttige dingen. Maar feitelijk kunnen we er wel even zonder. Jaarlijks tijdens de grote vakantie en het bouwverlof eens (goed aangekondigd) een weekje alle stroom en telecommunicatie stil leggen: is dat geen goed idee om onze ecologische voetafdruk te verminderen, de klimaatchaos te temperen en ons vragen te doen stellen bij al te veel afhankelijkheid van al die ‘centrale’ netwerken ?
Wallonië/België, hoe moet het verder ?
In haar edito in Le Soir van donderdag 22 juli vroeg Béatrice Delvaux zich af hoe het met het andermaal zwaar getroffen zuiden van het land verder moet. Eerst verloor Wallonië zijn steenkoolmijnen, dan zijn staalindustrie en nu krijgt één van zijn zeldzame economische motoren, het toerisme, een zware klap. Dreigt er na de overstromingen “un tsunami de l’endettement” ?
Maar de vraag stelt zich voor heel ons land want ook het noorden kreeg de voorbije weken in de Voerstreek en elders in de provincie Limburg alsook in Oost-Brabant zijn deel van de wateroverlast. Daar overstroomden rivieren zoals de Demer en de Gete heelder gebieden met onder andere rond het Schulensmeer tot gevolg het achterblijven van massa’s rottende vis. Denken dat het lager gelegen ‘Vlaanderen’ immuun is voor de klimaatchaos, zou wel heel naïef zijn.
Delvaux rondde haar edito af met het prijzen van de belangrijkste troef van ons land om de chaotische toekomst tegemoet te gaan: solidariteit … Maar moest dan toch Bart De Wever eind juli zijn rug weer keren naar het zuiden met zijn verklaring dat hij gelukkiger zou sterven “si je pouvais mourir en tant que Néerlandais du sud, qu’en tant que Belge.” Dat terwijl er op enkele kilometers van Antwerpen nog naar de lijken van overstromingsslachtoffers gezocht werd. Ook met hulp van “gewaardeerde landgenoten uit het noorden van het land”.
De solidariteit tussen Noord en Zuid was inderdaad opvallend. Op zaterdag 7 augustus titelde HLN: “Mireille (67) uit Pepinster getuigt over de ellende: “Alles te danken aan Vlaamse vrijwilligers”. Annick Grobben schreef dat het “nieuwe federale crisiscentrum, in een poging om de hulpverlening in de getroffen Waalse dorpen recht te trekken en de burgemeesters daar bij te staan, geen dag te vroeg komt. Dan mag de Waalse overheid al vinden dat ze er is voor haar mensen in nood, die mensen denken daar zelf, in al hun miserie, anders over. Straffer: de hulp die ze krijgen, komt veelal van goedhartige Vlamingen. "Zonder de massale steun van Vlaamse vrijwilligers zouden wij hier helemaal aan ons lot zijn overgelaten."
Gezocht: sterke politiek leiders
Waar waren inderdaad de voorbije weken de overheden waarvan we er in dit hopeloos politiek versnipperd land zoveel te veel hebben. Hier op mijn bergje in Limbourg kreeg ik welgeteld één overheidsbericht op mijn gsm: van de provincie Luik (in het Duits) dat we de wegen moesten vrijlaten voor de hulpverleners. Verder wel veel politie gezien, die soms van ver hier komt patrouilleren, alsook het leger in de straten van Verviers en Pepinster. Maar dat was het dan.
Ondertussen is in de pers het zoeken van de schuldigen volop bezig. Aan Franstalige kant moet vooral ‘federaal’ minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden het ontgelden. Zij heeft te snel al op 26 juli de ‘federale’ fase van de hulpverlening beëindigd waarna ze op 6 augustus moest overgaan tot de oprichting van “een federale ondersteuningscel die het Waalse commissariaat voor de wederopbouw moet bijstaan”.
“Is de grote zondebok aan Franstalige kant Verlinden” schreef De Standaard “dan duikt in de Vlaamse media vooral de Luikse gouverneur Hervé Jamar als zwakke schakel op.” Aanpak crisisbeheer verzandt in politiek zwartepieten - De Standaard
In De Tijd van 6 augustus had Rik Van Cauwelaert het ook over het overheidsfalen. Samenvattend kan je twee elementen in zijn betoog onderscheiden.
Ten eerste ook hier de kritiek dat de vorige regeringen de hulpdiensten kapot bespaard hebben en dat ze geen reserves achter de hand hielden voor “onvoorziene onbekenden die hun plannen kunnen doorkruisen.”
Ten tweede het gebrek aan politici die wars van alle belemmerende regels het heft in handen nemen zoals wijlen Helmut Schmidt – de latere bondskanselier – dat wel deed toen hij nog mee aan het hoofd stond van de stadsstaat Hamburg, op het moment dat een moordende stormvloed begin 1962 in Noord-Duitsland 340 doden maakte. “Schmidt overtrad als stadstaatminister meteen alle constitutionele beperkingen door niet alleen de federale politie maar ook het leger en zelfs NAVO- eenheden op te vorderen. (…) Schmidt kreeg niet de leiding van de hulpoperatie, hij nam ze. Zo redde hij talloze levens. In een mum van tijd herbergde hij ook duizenden daklozen.”
Wat een contrast met het twijfelende optreden van zowel de Waalse (Elio Di Rupo) als Belgische (Annelies Verlinden) overheden.
Van Cauwelaert vergeleek ook met een ander binnenlands drama: “Het overstromingsdrama in de Vesdervallei en het Maasbekken is een bijna identieke herhaling van wat zich 45 jaar geleden in Ruisbroek afspeelde.” Ook toen werden waarschuwingen genegeerd en was er van coördinatie van de hulp amper sprake.
Het leger in Verviers op 16 juli
Van Cauwelaert wees er verder op hoe “nu al de opeenstapeling van puin de getroffen stadjes voor hygiëneproblemen stelt. Een beschaafd land als België kan het zich niet veroorloven de slachtoffers al die tijd in de kou en tussen de afvalbergen achter te laten. Het kernkabinet mag geen tijd verliezen en zet maar beter meteen massaal het leger in: het beschikt over zwaar materieel voor de berging van de stapels sloopvuilnis die nu al tot rattenplagen leiden, over tentenkampen en wooncontainers, sanitaire installaties en stroomgeneratoren om de dakloze getroffenen tijdelijk en in menswaardige omstandigheden te logeren. Dat dit nog altijd niet is gebeurd, zal de politiek terecht worden aangerekend.” Paleis der Natie | Een litanie van machteloosheid | De Tijd
Gezocht: goed functionerende publieke diensten
Van Cauwelaert ging wel heel uitgebreid in op de rol van politici maar niet op die van ons versnipperd staatsbestel. In zijn edito in De Morgen van zaterdag 7 augustus deed Bart Eeckhout dat wel. Al de vorige ‘staatshervormingen’ brachten ons “in plaats van één sterke staat, een stuk of zeven manke ministaatjes.”
Eeckhout oordeelde dat ”voor het vertrouwen van burgers in hun overheid de voorbije weken alweer verwoestend waren. Een deel van de uitweg ligt voor de hand: de federale overheid moet weer versterkt worden in haar kerntaken. Dat vergt niet eens grote herfederaliseringen, wel een heldere blik op wat de burger mag verwachten van zijn overheid en hoe dat gerealiseerd kan worden. Die federale versterking zit nog altijd versluierd in een politieke en intellectuele taboesfeer. Al vijftig jaar lang krijgt, zeker in Vlaanderen, de intellectuele voorhoede de boodschap ingelepeld dat ‘meer autonomie’ altijd een goede zaak is. Dat lezen al die spraakmakers in elkaars boeken, dat horen ze in elkaars lezingen. En dus blijft de kernvraag van elke institutionele hervorming: wat kunnen we nog meer uit elkaar trekken?
Gaandeweg is dat uiteenrafelen een politiek doel op zich geworden. Verdwenen is de ambitie om een publieke dienstverlening te creëren die de burger centraal stelt.”
Aan het eind kwam ook de journalist van Van Thillo’s De Morgen niet verder dan de suggestie om “liever de Senaat te schrappen dan het medische beschermingsmateriaal, bespaar op provincies en politieke mandaten in plaats van op leger en civiele bescherming. Het is wellicht nog goedkoper ook.”
Gezocht: gezonde overheidsfinancies
Wat veel rendabeler zijn zou dan het verder uitkleden van de provincies - die toch veel nuttig werk leveren, zeker in crisistijden – is om eindelijk de grote op onze economie parasiterende Amerikaanse belastingontduikers à la Fakebook en Amazon (van de zich voor de lol de ruimte in schietende rijkste dief op aarde, Jef Bezos) aan te pakken.
Zeer zeker moet ook maar eens de subsidiestroom stoppen richting grote bedrijven die het eigenlijk niet nodig hebben. Dat geldt ook voor Van Thillo’s Persgroep. Belgisch belastinggeld om in het buitenland persbedrijven op te kopen: wat voor beleid is dat ? Maar dat durft geen journalist nog te schrijven, zeker niet als men zelf werkt voor één van Van Thillo’s publicaties of er misschien in de toekomst werk moet zoeken.
En zo zitten we bij het probleem dat we in dit land geen echt onafhankelijke, laat staan een links onafhankelijke pers meer hebben, waardoor ook heel het kapitalistisch systeem nauwelijks nog in vraag gesteld kan worden. Kapitalisme waarvan één van de kenmerken is dat het bij gebrek aan collectieve planning ten dienste van het algemeen belang, van crisis naar crisis sukkelt. Economisch, financieel, pandemisch … Waar altijd moet bij vermeld worden, dat de pogingen om communistische staatsplanningen door te drukken, ook faliekant afliepen. Een soort van tussenoplossing lijkt te verkiezen, waarbij planning en vrij initiatief gecombineerd worden, maar dat valt al evenzeer moeilijk te realiseren; deels door de tegenkanting van machtige kapitaalsgroepen maar ook door de passiviteit, desinteresse en machteloosheid van grote delen van de bevolking.
Bevolkingen verhuizen ? Bevolkingen beperken ?
In het Waals Weekblad van vrijdag 6 augustus werd verwezen naar het voorstel van klimaat-politicoloog François Gemenne om de bevolking in overstromingsgevoelige locaties te laten verhuizen naar veiliger oorden. François Gemenne sur les inondations: «L’enjeu est de repenser la distribution géographique de la population» - Le Soir Plus
Op zaterdag 7/8 dan weer waarschuwde de burgemeester van het ook getroffen Chaudfontaine, Daniel Bacquelaine, in La Libre Belgique dat "La vallée de la Vesdre ne doit pas devenir une vallée fantôme". Een spookvallei. De MR-politicus wil de exodus van getroffen bewoners vermijden. https://www.lalibre.be/belgique/politique-belge/2021/08/07/la-vallee-de-la-vesdre-ne-doit-pas-devenir-une-vallee-fantome-QSPWZNLV7RCVDDG5FPXXNKZTIA/
Waar zou heel de bevolking van de Vesdervallei overigens naar toe moeten ? Is niet haast alle bebouwbare grond in ons land al volgebouwd ?
Wat je echter nooit in onze kapitalistische pers leest is dat we ook wel eens de bevolking zouden kunnen beperken. Op vrijdag 6/8 stelde mijn 89-jarige moeder nog aan de telefoon: “Wij gewone mensen weten al jaren dat er te veel mensen zijn, maar ‘zij’ willen dat niet zien.”
Diezelfde dag zond een vriend een artikel uit De Morgen toe waarin ‘demografen’ zich zorgen maakten over het ‘vrouwentekort’ in de wereld en met name in China en India. Ouders kunnen daar dankzij de nieuwe technieken, nu kiezen voor jongens in plaats van meisjes. Zorg van de demografen: “een vrouwentekort kan ook leiden tot minder geboortes, waardoor de instroom op de arbeidsmarkt beïnvloed wordt.”
De arbeidsmarkt … “Maar waarom moeten er meer werkende mensen komen als we met een kleinere bevolking met minder genoegen kunnen nemen ?”, was moeders antwoord. Ja, maar we leven in een kapitalistische maatschappij en daarin draait alles om meer winst. Voor de rijken hun extreme levensstijl – met nu ook al ruimtereisjes – moeten er steeds meer werkende mensen (de loonslaven die dan nog ‘werk-nemers’ genoemd worden) uitgebuit en natuur en planeet geplunderd worden.
In de beperking toont zich de meester, in de overdrijving mislukt alles
Herinner u die krachtige linkse slogan: “Gans het raderwerk valt stil, als uw machtige (arbeiders-)arm dat wil.” Nu past het om te stellen: “Gans het kapitalistisch winstbejag valt stil, als we stoppen met werkslaven bij te verwekken.”
Rechts beweert al van in de tijd van heks Thatcher dat er geen alternatief is voor het kapitalisme. Links droomde van een socialistisch alternatief maar waar communisten het voor het organiseren kregen, bleven de winkelrekken leeg. Een echt ‘groenlinks’ beleid zou moeten kunnen tonen dat er wel een alternatief voor beide mislukte systemen is: terug in harmonie met de planeet leren leven door een drastische inperking van onze materiële behoeften alsook een drastische beperking van onze overaantallen. Twee kinderen per koppel kan nog, maar zoveel mogelijk koppels die nu even bewust geen kinderen bijmaken, dat is de volgende pakweg 100 jaar nog het efficiëntste om onze ‘earth overshoot’ grondig in te perken.
Eeuwenlang waren we me maar met miljoenen mensen en bleef de planeet bespaard van klimaatchaos en de zesde grote uitstervingsgolf onder planten en dieren. Nu we met 8 en straks 10 miljard mensen zijn, gewapend bovendien met een ontspoorde technologische macht, maken we alles kapot, zelfs onze eigen bestaansvoorwaarden. Het zal anders moeten.
Met minder mensen weer harmonieus leren leven in evenwicht met de enige blauwgroene planeet die zonnestelsels in de verre omtrek beschikbaar is.
Jan-Pieter Everaerts; Limbourg, 7 augustus 2021, De Groene Belg 2175-2176