Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

 

Bondgenoot Oman en staatsbezoek

Hebben tijdens hun triomfantelijke officieel bezoek met ministers Tinne Van Der Straeten(Groen), Sophie Wilmes(mr) en Pierre-Yves Dermagne(PS)  aan hun gastheer de sultan gevraagd hoe de rechten van de mens en vooral van de vrouw en  de democratie er op vooruit gingen?

Hebben ze berekend hoeveel het transport ( meer dan 4000km) per vrachtschip of pijpleiding van deze "groene" grondstof ging kosten ?

Zonder van de mogelijke gevaren onderweg?

Herinnering:

De toen regerende Said was bang zijn heerschappij te verliezen en hij sloot Oman als het ware af van de rest van de wereld, bang dat de bevolking nieuwe ideeën zou opdoen. Zo werden kranten, radio en televisie verboden en reizen naar het buitenland mocht alleen met toestemming van de sultan. Hierdoor bleef Oman een van de armste landen ter wereld en uiteraard groeide de ontevredenheid onder de bevolking, ook al omdat de snel stijgende olie- inkomsten alleen ten goede kwamen aan de sultan en andere machthebbers.

Deze ontwikkelingen leidden in het soennitische Dhofar tot een opstand. De bevolking in het zuiden negeerde het reisverbod en kwam in aanraking met een andere en modernere wereld en er ontstonden al snel nationalistische ideeën (oprichting Dhofar Liberation Front; DLF), die resulteerden in een opstand die gesteund werd door de Jebali’s, de bevolking van de bergen. Men ging uiteindelijk zo ver dat het doel veranderde: men wilde nu het hele Golfgebied bevrijden van de imperialistische heersers uit het westen en daartoe werd het Peoples Front of the Liberation of the Occupied Arabian Gulf (PFLOAG) opgericht.  De Britten, die grote belangen in de olie-industrie hadden zochten steun bij de zoon van Said, Qabous bin Said die al sinds 1964 “huisarrest” had.

Sultan Qabous zet andere koers uit

Hij zette in juli 1970 zijn vader in een geweldloze coup  af.  Qabous beloofde het volk andere, betere tijden. Ook de naam van het land werd gewijzigd in Sultanaat Oman. Het conflict in Dhofar duurde echter nog steeds voort en groeide zelfs uit tot een internationaal conflict. Ook met behulp van de Britten lukt het niet om de opstandelingen te verslaan, hoewel ze wel gedwongen werden om zich terug te trekken in de bergen.

De oliecrisis in 1973 zorgde voor een ommekeer. De idee dat het communistisch georiënteerde PFLOAG de Perzische Golf onder controle zou krijgen was voor Iran en het westen een doemscenario dat ten koste van alles moest worden voorkomen. Iran zette troepen in, Jordanië leverde militaire adviseurs en de Verenigde Staten leverden wapens.

In 1975 werd Dhofar heroverd  na enkele bloedbaden met hulp van zijn bondgenoten, westelijke machten.  Na de opstandelingen uitgeroeid te hebben en  met behulp van westers geld en een ontwikkelingsplan van de Verenigde Naties ontwikkelde de handel, de industrie en het onderwijs zich en werden er scholen, bibliotheken, musea en postkantoren gebouwd. Het analfabetisme werd aangepakt en boeren en vissers ontvingen steun. In 1981 sloot Oman zich met andere Perzische- Golfstaten aaneen in de Samenwerkingsraad voor de Golf (GCC), een militair bondgenootschap, dat ook al snel tot politieke en economische samenwerking leidde.

Tijdens de Tweede Golfoorlog in 1991 behoorde Oman tot de bondgenoten van Koeweit en verleende het de geallieerde tegenstanders van Irak militaire faciliteiten. In 1998 kreeg Sultan Qabous de International Peace Award voor zijn leidende rol in het behouden van vrede en stabiliteit in de regio.

Op 4 oktober 2003 kon iedere staatsburger van Oman van 21 jaar en ouder zijn/haar stem uitbrengen op kandidaten voor de Majlis Al Shura (Consultative Council). Ook Omanieten woonachtig in de andere GCC-staten konden voor het eerst in hun standplaats stemmen. In de Majlis Al Shura werden 81 mannen en twee vrouwen gekozen. De Majlis Oman heeft geen formele wetgevende macht en kan alleen ontwerpwetten over sociale en economische politiek bespreken en wijzigingen aanbevelen.

Gezien de bevoegdheden van de sultan (wetgeving, benoeming van ministers en de rechtelijke macht) is de Majlis Oman nog geen machtsfactor. De door de sultan benoemde ministers leggen geen verantwoording af aan het parlement, maar aan de sultan. In januari 2006 sluiten Oman en de Verenigde Staten een vrijhandelsverdrag. In 2011 en 2012 zijn er wat politieke onrusten en tegenstanders van het regime worden gevangen gezet. In oktober 2015 wordt de nieuwe Majlis Al Shura gekozen, er zit 1 vrouw in. In juli 2017 worden havens van Oman gebruikt door Qatar om de sancties tegen dat land te omzeilen.

Haitham bin Tariq Al Said is in 2020 de troonopvolger na de dood van zijn neef Sultan Qaboos. De oppositie laait eind 2020 weer op, aangewakkerd door beschuldigingen van corruptie en economische ontevredenheid.

Het Volksfront voor de Bevrijding van Oman

was een marxistische en Arabisch-nationalistische revolutionaire organisatie in het Sultanaat van Oman . Het vocht tegen de sultan (heerser) in de Dhofar-opstand vanaf de oprichting van de PFLO tot de slachting  van de opstand in 1976.

In september 1968 werd de DLF omgedoopt tot het Volksfront voor de Bevrijding van de Bezette Arabische Golf, (PFLOAG). De leden neigden naar de linkse, marxistisch-leninistische tendens in de ANM, en werden ook beïnvloed door de revolutionaire ervaring van het naburige Zuid-Jemen .

In juni 1970 werd in het noorden van Oman het Nationaal Democratisch Front voor de Bevrijding van Oman en de Arabische Golf (NDFLOAG) opgericht. . Het fuseerde met de PFLOAG in december 1971. De nieuwe organisatie heette Volksfront voor de Bevrijding van Oman en de Arabische Golf,( PFLOAG ). In 1973 kwamen er steeds meer berichten dat PFLOAG clandestiene cellen had gevormd binnen de strijdkrachten van de VAE .

De groep kreeg zijn latere naam, PFLO, in 1974 toen het Volksfront voor de Bevrijding van Bahrein (PFLB) werd opgericht als een aparte organisatie. De PFLO lijkt daarna enige ondergrondse activiteit te hebben onderhouden. De jeugdafdeling van PFLO was de Oman Youth Organization. .

De PFLO na 1976

In 1992 werd de partij omgedoopt tot People's Democratic Front of Oman (PDFO), dat vreedzaam strijdt voor democratie . De secretaris-generaal in 1992 was Abdul Aziz al-Qadi .

Film: aan te raden

Eind de jaren 1960 kwam een democratische en feministische guerrillabeweging in de regio Dhofar in opstand tegen het door de Britten gesteunde sultanaat van Oman. Heiny Srour en haar team doorkruisten, te voet en onder bombardementen van de Britse luchtmacht, 800 km woestijn en bergen om het conflictgebied te bereiken en een zeldzaam verslag van deze inmiddels grotendeels vergeten oorlog vast te leggen. Het Volksfront bevrijdde, blootvoets en zonder rang of soldij, een derde van het grondgebied en startte een omvangrijk programma van sociale hervormingen en infrastructuurprojecten — scholen, boerderijen, ziekenhuizen en wegen werden gebouwd, terwijl ongeletterde herdersmeisjes sterkere feministen werden dan Simone de Beauvoir of Germaine Greer en achtjarige schoolkinderen met meer maturiteit democratie leerden bedrijven dan veel volwassenen. Saat El Tahrir Dakkat is een nog steeds actueel portret van een bevrijde samenleving, de rol van olie in de Amerikaanse en Britse inmenging in het Midden-Oosten en was de eerste film van een Arabische vrouw die vertoond werd in Cannes. (Film Forum)

Digitaal gerestaureerd door Cinémathèque Française & CNC.

Leon