Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

We delen de doelstelling dat iedereen recht heeft op een menswaardig inkomen, maar we kiezen voor een andere weg: die van een sterke sociale zekerheid, aangevuld met een stelsel van sociale bijstand.

Dat schrijven Miranda Ulens (federaal secretaris ABVV)  en Jean-Marie De Baene (hoofd ABVV-studiediensten) in een opiniestuk over het basisinkomen in De Morgen.

Met de regelmaat van een klok duikt het basisinkomen op, om daarna even snel terug uit de belangstelling te verdwijnen. De vraag is of het deze keer ook zo zal lopen. Nu is Finland aan zet. De Finse regering wil in 2016 van start gaan met een basisinkomen van 800 euro netto. De Nederlandse gemeente Utrecht overweegt in 2016 een experiment. Wat Peter De Keyzer, hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis, de reactie ontlokte dat het een goeie piste zou zijn ook voor ons land. En dat ter vervanging van de sociale zekerheid en een reeks overheidsuitgaven.

Precies daar schuilt het gevaar van dit op het eerste gezicht sympathieke idee dat op veel bijval kan rekenen, zowel ter linkerzijde als ter rechterzijde. Sommigen wensen zelfs dat dit sexy nieuwe idee van basisinkomen in de plaats komt van onze sociale zekerheid. Een systeem dat al 70 jaar een gedegen sociale bescherming biedt aan de burgers van dit land.

Herverdeling

Een basisinkomen, als universeel en onvoorwaardelijk burgerinkomen, houdt een slechte herverdeling in van de middelen voor sociale bescherming. Om de eenvoudige reden dat men ook geeft aan wie al heeft (ook wie vermogend is) en afneemt van wie het meest behoeftig is

Een basisinkomen die naam waardig, neemt sowieso de plaats in van (het gros van) de sociale zekerheid.

Een Mattheüseffect in het kwadraat met andere woorden. Bovendien verlies je het verzekeringskarakter eigen aan een sociale verzekering die niet alleen in een basisuitkering voorziet, maar ook de verworven levensstandaard tot op zekere hoogte op peil houdt wanneer het risico zich voordoet (invaliditeit, ouderdom...).

Centen

Laat ons wel wezen: als je het zoals Paul De Grauwe hebt over een basisinkomen van 1.000 euro per maand en per volwassene dan kom je aan een maatschappelijke kost van 100 miljard euro per jaar, wat nog altijd 25 miljard euro meer is dan de 75 miljard die we vandaag uitgeven aan de sociale zekerheid. En dat voor een blaasjesinkomen dat onder de armoedegrens blijft (1.085 voor een alleenstaande, 2.279 voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen) voor wie geen andere inkomsten heeft door bijvoorbeeld werkloosheid. Als het dan nog gepaard gaat met een besparing op openbare diensten dan zijn de lage inkomensgroepen dubbel gepakt.

Dit idee omvat enkel een 'inkomen'. Met welke centen moeten dan de gezondheidszorg gefinancierd worden, die nu meer dan een derde van de totale enveloppe van de sociale zekerheid bedraagt?

Cadeaupolitiek

Het systeem van een basisinkomen zou volgens de voorstanders gepaard gaan met minder werklozen en meer tewerkstelling. Dat moet nog bewezen worden. Het basisinkomen dreigt in ieder geval een nog grotere cadeaupolitiek in te houden dan de huidige bijdrageverlagingen, aangezien iedereen een rugzakje meekrijgt en niet alleen de werkzoekenden met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt voor wie de subsidie een hulp kan zijn.

Het is maar de vraag wat het effect van zo'n fundamentele ingreep zou zijn op het arbeidsrecht en het loonoverleg. Zullen werkgevers de minimumlonen niet in vraag stellen?

Werkloosheidsval

Ja maar, zeggen de voorstanders: werklozen zullen sneller een baantje aanvaarden aangezien ze hun basisinkomen niet verliezen op het ogenblik dat ze werken. Er komt zo een einde aan de werkloosheidsval, bijvoorbeeld voor wie deeltijds werkt. Men vergeet dat heel wat werkloosheidsvallen al werden weggewerkt en dat precies om werken lonend te maken, ook voor wie maar een deeltijdse job vindt, er een inkomensgarantie-uitkering in het leven werd geroepen om ervoor te zorgen dat men meer verdient dan wanneer men werkloos was. Laat dat net een regeling zijn die de regering Michel nu op de korrel neemt.

Rechten zonder voorwaarden

Waarmee we bij het derde grote knelpunt komen: de politieke kwetsbaarheid van elke vorm van overheidstegemoetkoming die gebaseerd is op rechten zonder voorwaarden. Zeker in de huidige politieke context waarbij de focus buitensporig ligt op plichten ten koste van rechten.

Een groot knelpunt is de politieke kwetsbaarheid van elke vorm van overheidstegemoetkoming die gebaseerd is op rechten zonder voorwaarden

De voorbeelden zijn legio: de afschaffing van een gratis hoeveelheid elektriciteit en water, de afschaffing van gratis streekvervoer voor ouderen, de beperking van het recht op tijdskrediet zonder motief, de beperking van het recht op landingsbanen, het beperken van de werkloosheidsuitkeringen voor wie langdurig werkloos blijft of nog niet heeft gewerkt (inschakelingsuitkeringen), enzovoort. Of het voorstel van Open VLD om de kinderbijslag (eigenlijk een soort basistegemoetkoming met sociale correcties) voorwaardelijk te maken en af te nemen van wie zijn kinderen niet naar de kleuterschool stuurt. Wat meteen aantoont dat een basisinkomen als burgerinkomen snel het voorwerp zal zijn van wie men wel of niet tot de burgers zal rekenen. Is het voorstel van Rutten immers geen verkapte manier om nieuwkomers het recht te ontzeggen op dit soort uitkeringen?

Bovendien zou een basisinkomen kwetsbaar zijn, omdat het in tegenstelling tot de huidige sociale zekerheid niet zou gaan om een eigenstandig stelsel met apart beheer met sociale partners die betrokken zijn omdat ze het zaakje financieren via bijdragen op arbeid.

Andere weg

Heeft het basisinkomen ons dan niets te leren? Natuurlijk wel. We delen de doelstelling dat elkeen recht heeft op een menswaardig inkomen, maar we kiezen voor een andere weg: de weg van een sterke sociale zekerheid, aangevuld met een stelsel van sociale bijstand.

En we zijn ons ervan bewust dat de sociale bescherming vatbaar is voor verbetering: alle uitkeringen optillen boven de armoedegrens, de uitkeringen welvaartsvaster maken, en ervoor zorgen dat de vervangingsratio (verhouding uitkering/ verdiende loon) voldoende hoog ligt. Dat is vandaag niet het geval, bijvoorbeeld voor heel wat pensioenen.

ABVV - 15 december 2015